Fier

Ik zit in mijn schulp
… in mijn schelp
… in mijn schaal
Hola, zei de haas
dat was de bedoeling niet
En met een sprong stond hij er naast
zijn rode spiervlees achterlatend
in een marinade van even rode wijn
jeneverbessen en nobele laurier
Hij trok de rits van zijn slordig
achtergelaten vel dicht
van zijn kloten tot zijn kop
en vulde de boel met positieve gedachten
die, zoals we weten, vaak niets voorstellen
maar wel lucht in de zaak brengen
Hij groette de zon
en eerde de windstreken
Zo, nu stonden ook zijn oren fier overeind
(Dat slappe gedoe vond hij nogal konijnig)
Hij streek zijn snorren op en schudde zijn kop
De dag kon beginnen.