In de lenteavond
Het oude liedje jengelt
van korenmaten en talenten
bruist! bloeit! het is lente
mijn bron verstopt verborgen
in navelkruid en kluitjes
die ik gooide in mijn eigen riet
het bijltje er bij neer
druk! doend! verwarren
met willen wat willen
opstijgen met zon
dan stromen als de regen
en gods akker zijn