Strand
Zonder plan aangespoeld
in de tuin bij het spoor.
Zomaar zitten.
Zon. Stil. Ogen dicht.
De bladeren verwaaien tot branding
waarin kleine steentjes rollen.
Stemmen ver weg.
Een viooltje bloeit nog.
De trein komt langs.
De klok slaat.
De trein komt langs.
De trein komt langs.
De klok slaat.
De zon verschuift.
Nog steeds zit ik
ontdaan van doel.
Zo begrijp ik nu
wat een strandstoel is.
Dit.